Ton Hol

Als vrijwilliger zet Ton Hol (Kudelstaart) het parcours uit bij de evenementen. Dat moet snel en zorgvuldig, zeker bij de TCS Amsterdam Marathon.

Parcoursleider
‘Door een vriend van me, die voorzitter was van de atletiekvereniging in Aalsmeer, raakte ik begin jaren 90 als vrijwilliger betrokken bij Le Champion. In het begin zette ik hekken neer, onder meer bij de Alkmaar City Run by night, Dam tot Dam FietsClassic, Zandvoort Circuit Run, Dam tot Damloop en TCS Amsterdam Marathon. Op een gegeven moment heb ik gezegd dat ik wat meer wilde doen. Toen kwamen ze met de functie van parcoursleider in Amsterdam. Ik voer die samen uit met de parcoursleiding van Le Champion.’

Meting
‘Een aantal maanden voor een evenement beginnen we met de officiële meting. Bij andere evenementen doe ik het zelf, maar bij de TCS Amsterdam Marathon gaan officieel gecertificeerde meetmannen het parcours rond. Ik rijd dan met een auto met borden en zwaailichten achter de fietsende mannen aan om hen in het
verkeer te beschermen. Het meten moet heel precies, want als achteraf blijkt dat het parcours niet goed gemeten is, wordt de uitslag ongeldig verklaard. Dat wil je voorkomen.’

Spuitbus
‘Na het meten markeer ik met een spuitbus alle kilometerpunten op de weg. Op de dag van de marathon worden om vijf uur ’s ochtends de kilometerborden op die punten door een apart team geplaatst. Dat is een ingewikkelde klus, want het moet in vrij korte tijd gebeuren. Ook wij als parcoursleiding zijn al vroeg op pad om het parcours te controleren.’

Spannend
‘Tijdens de marathon rijd ik in de parcoursleiderwagen een kwartier voor de eerste loper uit. Als er onderweg wat mankeert – bijvoorbeeld een hek dat verkeerd
staat - grijpen we in. Dan verliezen we wel tijd op de eerste loper. Dat kan soms behoorlijk spannend zijn. Eén keer bedroeg het verschil op het einde nog maar één minuut.’

Schapen
‘De leukste herinnering heb ik aan het jaar dat er bij Ouderkerk voor ons ineens een boerenkar op de weg stond. Waren ze schapen aan het vangen. Die kar moest natuurlijk snel weg, dus zijn we gaan helpen met het vangen van die beesten. We hadden geloof ik nog twee minuten over voor de eerste loper kwam. Achteraf hebben we er hartelijk om gelachen.’

Ritueel
‘Bij de halve marathon rijd ik ook weer voor de lopers uit. Aan het einde van de marathon rijd ik achter de laatste lopers aan en coördineer de veegwagens. Als alles opgeruimd en geveegd is, wordt de route weer vrijgegeven. Meestal ben ik rond zes uur ’s avonds weer terug bij het Olympisch Stadion, dan zit mijn dag erop. We krijgen nog een bord spaghetti aangeboden, maar ik ga meestal als een haas naar huis. De volgende dag kom ik nog even terug om te helpen met opruimen.’

Mooie dag
‘Ik haal er voldoening uit als er een mooie tijd wordt gelopen, zoals in het jaar dat het Nederlands record werd verbroken. We waren door het dolle heen. Maar uiteindelijk is het belangrijkste dat de grote meute een mooie dag heeft gehad.’