Ruud van der Velde

Ruud van der Velde was negen jaar lang eindredacteur van de championner, het eerste maandelijks orgaan van de toerclub “Le Champion’’.

‘In 1983 ben ik lid geworden van Le Champion. Ik wilde overtollige kilo’s kwijt en schreef me in voor de Ronde van Noord-Holland, samen met mijn neef. De wielersport beviel voortreffelijk, in een later stadium ben ik ook gaan hardlopen en zwemmen. Zo kwam het dat ik in 1984 aan de start stond van de Triatlon van Almere, zij aan zij met coryfeeën als Axel Koenders en Gregor Stam. Met die overtollige kilo’s kwam het overigens helemaal goed: al lopend, fietsend en zwemmend raakte ik er binnen de kortste keren twintig kwijt.’

Pionieren
‘Le Champion zocht een eindredacteur voor het ledenblad, ik reageerde en werd aangenomen. Op het secretariaat stond een moderne IBM typemachine, waarmee ik de handgeschreven kopij die op de redactie binnenkwam, uitwerkte. Vervolgens gingen de teksten naar de drukker die ze opmaakte. Ik werkte intensief samen met mederedacteur Theo Hoogendoorn, het kostte ons een weekend per maand om een nieuwe editie van het magazine te maken. We stelden verschillende rubrieken samen, zoals verenigingsnieuws, fietsnieuws, trimloopnieuws, buitenlandnieuws, fietsvakanties en verschillende evenementenkalenders. We schreven aanbevelingen voor leuke fietstochten en publiceerden na afloop de persoonlijke verslagen van leden – die we meestal sterk moesten inkorten. Soms stuurde men eigen foto’s mee, soms gingen we zelf met een camera op pad. Het was echt pionieren wat we deden, later maakten we gebruik van de diensten van een professionele fotograaf.’

Tijdgeest
‘Het cluborgaan van toen is niet te vergelijken met het huidige magazine. Dat heeft niet alleen te maken met de technologische ontwikkelingen, maar vooral met de veranderde tijdgeest. In de jaren tachtig waren artikelen langer en breedsprakiger dan tegenwoordig, iets waar de lezers van toen overigens geen enkel probleem mee hadden. Met enige regelmaat vielen er passages te lezen die in het huidige tijdsgewricht zouden worden gekwalificeerd als “seksistisch”. Zo werd een artikel over de Noord-Hollandse marathonloopster Marja Wokke ingeleid met de opmerking dat “vrouwen uit Bergen niet bekend staan om hun onderdanigheid”. En een lezer die een fietstocht door Japan had gemaakt, schreef dat hij op een gegeven moment zo moe was “dat hij naar een geisha verlangde”. We waren in die tijd ook beduidend minder politiek correct. Een ingezonden verhaal over een fietstocht door Zuid-Afrika lokte een fikse ingezondenbrievendiscussie uit. Sporten in het land van de apartheid werd in de jaren tachtig beschouwd als een onverbloemde solidariteitsbetuiging met het regime.’

Vormend
‘Het verrichten van vrijwilligerswerk is zeer vormend geweest, ik durf rustig te stellen dat ik zonder Le Champion niet was geworden wie ik nu ben. Dat is mijn grootste overwinning. Ik leerde organiseren en technisch goed schrijven, durfde onbeschroomd op mensen af te stappen en bouwde en passant een flink netwerk op. Toen ik in 1993 het voorzitterschap van Le Champion op me nam, heb ik het samenstellen van het magazine aan anderen overgelaten. De grafische computer deed zijn intrede, het magazine onderging een metamorfose. Theo Hoogendoorn en ik zijn maten voor het leven gebleven.’

13-10-2020